(Advertentie)
(Advertentie)
Wat moet je nu elke dag doen voor school?

Lieve kinderen,

 

Nu we niet na school kunnen, krijgen jullie van de juf werk voor thuis. 

Dit noem je ook wel " huiswerk". 

Ik geef jullie een lijstje met opdrachten zodat je ouders en jij niets vergeten.

 

  1. elke dag lezen in een boek 
  2. elke dag letters herhalen
  3. elke dag een dictee maken
  4. elke dag op taalblobs oefenen in lezen en spellen
  5. elke dag rekenen in basispoort
  6. elke dag filmpjes, oefeningen, spelletjes en opdrachtjes uitvoeren van de Yurls pagina's.

 

Heb je nog tijd over kun je naar squla en naar gynzy. 

Speel lekker binnen en buiten.

En help je ouders een handje. 

 

Wanneer jullie deze lijst volgen doe je het supergoed! 

Veel succes en zet' em op. 

 

Juf Antoinette en juf Marian 

hoe zit het ook alweer met de letter b en d?!

kijk goed naar de stok.

 

b is de letter van buik

d is de letter van duim en dikke derrière

 

 

 

 

 

Vul het goede woord in de zin:

boek, plas, step, tas, likkepot  

 

  1. Juf  pakt haar ...  
  2. Kim leest een ...  
  3. Het boek heet...  
  4. Jan gaat op zijn...  
  5. Pim loopt door de ...

Lees de bovenstaande zinnen hardop.

 

Schrijf de hele zin na. 

(Advertentie)

U zegt de klank

Uw zoon/ dochter schrijft de letter op

 

j

f

ou

b

ui

u

g

U zegt het woord

Uw zoon/ dochter schrijft het woord op     

 

juf

kus

puk

zus

mus

hut 

Lees de bovenstaande zinnen hardop.

 

Schrijf de hele zin na. 

(Advertentie)

U zegt de klank

Uw zoon/ dochter schrijft de letter op

 

w

ei

d

eu

h

u

z

 

Een dictee met woorden uit:  

Categorie 1: hakwoorden

Categorie 5: -eer, -oor, -eur woorden

Categorie 8: langermaakwoorden

 

Luister naar het woord

Hak het woord en schrijf het woord op

vb. s-t-oe-l

 

grijs

snel

steun 

drop

spons

 

 

voor 

keer

deur

 

hond

kat 

 

Categorie 5: Woorden met -eer-, -oor- of -eur-
(Advertentie)

Categorie 5: eer, oor, eur woorden

 

Weet je het rijmpje nog?

Eer-, -oor, - eur 

Er staat een beer voor de deur. 

 

beer

peer 

meneer

 

oor

voor

door

 

deur

kleur

scheur

 

 

Ik zie een beer.  

Er zit een meneer op de stoel. 

Ik pak mijn kleurboek.

 

dag 1: kijk naar het filmpje

dag 1: lees de dictee woorden hardop

dag 1: schrijf de woorden over

 

dag 2: lees de dictee woorden en zinnen hardop

dag 2: maak het woorddictee

 

 

dag 3: kijk nog een keer naar het filmpje

dag 3: maak het dictee 

dag 3: kijk de woorden en zinnen samen na 

 

 

Categorie 8: Langermaakwoorden 

 

  • Bekijk het filmpje met de langermaakwoorden
  • Lees de woorden
  • Schrijf de woorden op
  • Maak het dictee

 

Maak het woord langer. 

Hoor je dan een -t of een -d aan het eind?

 

hond 

taart 

wind

eend

kat

bed

 

Ik lig in bed.

De hond is in huis.

De kat zit in de boom.

(Advertentie)
(Advertentie)

Lees het verhaaltje

 

De juf is blij.

De juf gaat naar huis.

Zij pakt haar tas.

Kim roept de juf.

Kim zegt dag.

Dag juf tot morgen.

Lees het verhaaltje   

 

Ik zit in huis.

Ik pak een boek.

Ik lees het boek.

Het boek is dik.

Ik lees het boek niet uit.                     .    

 

         

Lees het verhaaltje " ik zit in huis " 

Geef antwoord op de volgende vragen:    

 

  1.  Wie zit thuis?
  2. Waarom denk je?
  3. Wat doet ze thuis?
  4. Wat voor soort  boek zou het zijn?
  5. Waarom is het boek zo dik?
  6. Hoe komt het dat het boek niet uit is.

Lees het verhaal   

 

De juf is thuis aan het werk.

Zij zit achter de laptop.

Zij kan nu niet naar school.

Jij doet je taak ook thuis.

Jij kan nu ook niet naar school.

De juf mist jullie wel.

Ik hoop dat het goed gaat met jou!

Heb je al veel huiswerk gedaan.?

En als je klaar bent wat ga je dan doen?

 

Kim kijkt naar een film.

Het gaat over school.

De school is dicht.

Pim is aan het werk voor school.

Hij zucht ......

Marieke leest de woorden.

Ze zijn druk. 

De kinderen doen hun best!

Lees het verhaaltje 

Geef antwoord op de volgende vragen:    

 

  1. Wie kijkt naar een film?
  2. Weet jij een naam van een film?
  3.   Waarom is de school dicht?
  4.     Wat zou Pim voor werk doen?
  5.   Hoe zou het komen dat Pim zucht.
  6.   Waarom leest Marieke woorden.
  7.   Waar zijn ze druk mee.
  8.   Ben jij ook druk geweest?

 

Maak de zin af. 

Vul het ontbrekende woord in.

 

donker, dicht, postbode,  telefoon, sprookjesboek  

  1. Ik kijk naar buiten en het is....
  2. Op straat zie ik de ....
  3. Mijn oma leest voor uit een....
  4. Mijn vader zit aan de ....
  5. De school is...