Tom drumt

Pap en Tom zijn in de stad.

Tom drumt op alles wat hij ziet.

Op de stam van een boom.

Op een bak.

Op de rug van pap!

Au, au! roept pap.

Dat moet je niet doen.

Ik speel zegt Tom

Want ik word later drummer.

Pap en Tom gaan de hoek om.

Nu lopen ze in een smal straatje.

Pas op zegt pap.

Daar komt een auto aan.

In de auto zit een knul.

Hij heeft zijn muziek heel hard staan.

Tom hoort: boenk boenk boenk.

doe woorden - werkwoorden

ik speel

hij speelt 

ik dans 

zij danst 

ik leer

hij leert

ik zing

hij zingt

Ik maak muziek. 

Hij maakt muziek.

Ik speel op mijn gitaar. 

Sanne speelt op haar gitaar. 

Ik speel op mijn saxofoon.

Bram speelt op zijn sax.

Ik dans op de dansvloer.

Hij danst nog langer.  

• Welke getallen horen bij het liedje  hoedje van papier?
• Hoeveel beren zag ik broodjes smeren?
• Hoeveel letters heeft het woord muziek?
• Ring ring de deurbel, welk huisnummer staat er bij jullie deur?
• Ik hoor de mobiele telefoon, welke nummers staan er op het toetsenbordje?
•  Ik kijk naar een muziekprogramma op de televisie, het programma begint om 7 uur. Een half uur later is het programma afgelopen Hoe laat is dat?

• Hoeveel snaren heeft een gitaar?

Er zijn 5 dansparen op de vloer. Hoeveel mensen zijn dat samen?  

Er hebben zich 20 mensen ingeschreven voor dansles. Er mogen totaal 30 mensen zich aanmelden. Hoeveel kunnen er nog bij?

En hoeveel paren kun je dan maken, eerlijk verdelen.  

De dansleraar zegt 4 stappen naar voren, vier naar achter. Hoeveel stappen samen?  

Ik begin de dag met een dansje. Hoeveel woorden zitten er in de zin?   Er wordt een polonaise gemaakt. Er is al een hele rij. Ik tel 30 mensen. Er komen nog 8 mensen bij. Hoe lang is de rij?  

Het danspaar heeft nummer 39 op zijn rug. Danspaar met nr 42 zit aan kant. Hoeveel dansparen zijn er nog voor hun?  

De danswedstrijd  is  volgende week zondag. Welke datum is het dan?    

Tom maakt muziek

Tom mag op drummen!

Vandaag gaat hij naar les.

Schiet op, pap, roept Tom

Het is al drie uur!

Ik kan niet heksen, bromt pap.

Tom trommelt

Hij trommelt overal.

Op een steen, op een paal.

Tom trommelt op een paal een lied.

Hij leest het bord.

Op het bord staat: Mozartlaan.

Pap, wie is Mozart?

Pap lacht en trekt aan zijn oor.

Mozart was ook een knul vol muziek.

Mozart was een componist.

Dat is iemand die muziek bedenkt.

Hij hoort een wijsje in zijn hoofd en schrijft dat op.

Soms is dat een simpel wijsje.

Maar het kan ook een lang stuk zijn.

Hij schrijft op wat elk instrument moet spelen.

Samen klinkt het heel erg mooi.

Mozart leefde meer dan 200 jaar geleden.

Hij was pas 5 jaar, toen hij al muziek schreef!

Mozart noemt men een “wonderkind.”

Hij werd heel beroemd.

Nog steeds wordt zijn muziek in heel de wereld gespeeld.

Jij kent ook een wijsje van hem.

Het heet: “Altijd is Kortjakje ziek”

Vier de dag en doe een dansje! 

Dieren

leeuw, kip, haan, ezels, schildpad, olifant, kangoeroe, vogel, vis

De dieren vinden het eng:

hun koning komt eraan.

Ze zoeken snel een plekje,

En hoor de leeuw daar gaan?

Wat zijn die kippen stout!

Ze vliegen door het hok.

De haan gaat maar eens snel kijken.

Hij roept: En nu op stok!

Dansles

Iedereen kan leren dansen.

Maar je moet er wel wat voor doen.

Je moet het heel graag willen leren en vooral veel oefenen.

En dan nog leert de 1 het sneller dan de ander.

Iemand met veel maat en ritme-gevoel pakt het sneller op.

Er zijn heel veel verschillende soorten muziek waarop je kan dansen.

Je kan op snelle/vlugge muziek dansen maar ook op langzame muziek.

Je kan dansles nemen en gaat een dansleraar het je leren.

Je kan het voor je plezier doen maar je kan er ook je beroep van maken.

Een leuk spreekwoord is:

Nu heb je de poppen aan het dansen.

Dan gelijk maar de volgende.

Naar iemands pijpen dansen.

Wat is de betekenis hiervan?

Ik begin de dag met een dansje.

Ik begin de dag met een lach.

Want wie vrolijk kijkt in de morgen.

Die lacht de hele dag.

Ons gezicht staat al blij.

De zon schijnt en het is lekker weer.

Wij gaan naar het terras.

En drinken limonade met een rietje.

Daar is ook een liedje van.

Het gaat over Sofietje.

Misschien kan de juf het liedje laten horen.

En als je goed luistert naar de tekst weet je waar het

terras was.

Ik ben benieuwd!

Ik hoor een lied

Categorie 8: langer maak woorden

mond, lied, geluid, iemand

Het is alweer de maand juni.

De maand mei is alweer voorbij.

De zomer gaat beginnen.

Je hoort nu meer geluiden buiten.

Soms hoor je het geluid van de radio. 

Het raam staat open en je hoort iemand meezingen met een lied.

Of je hoort iemand zingen onder de douche.

Een auto rijdt voorbij met harde muziek.

Ieder is vrolijk als de zon schijnt.

Kinderen van groep 8 gaan op kamp.

Ook daar wordt gezongen op de fiets en op de camping.

Vaak horen we het lied we zijn er bijna maar nog niet helemaal.

Vaak is daar ook een rijmpje op.

Muzieksoorten

Er zijn verschillende soorten muziek.

Popmuziek, klassieke muziek, rockmuziek, housemuziek volksmuziek en jazz.

Natuurlijk zijn er nog veel meer.

Dit jaar mocht er lange tijd geen concerten

gegeven worden. 

Dat vonden de muzikanten heel jammer.

En niet alleen de muzikanten ook het publiek, de mensen die heel veel van muziek houden.

Ook de zangers, zangeressen zijn heel blij dat ze weer voor publiek mogen zingen.

Nog niet voor een volle zaal maar het begin is er.

De mensen die voor het licht en geluid zorgen bij een optreden gaan ook weer aan het werk.

Hier hoort wel een uitdrukking bij.

“Er zit weer muziek in”.

Wat hoor ik?

Ik hoor muziek.

Het klinkt vrolijk.

Het is een lied.

Het gaat over voetbal

en over de kleur oranje en het woord kampioen.

Dit lied past bij de voetbalwedstrijden van de verschillende landen.

Nederland doet er ook aan mee.

Je kan ook dansen op het lied.

Van links naar rechts.

Iedereen doet dan mee.

Het is een vrolijk feest.

Nu moeten ze nog winnen.

Dan kan ik ook juichen.

Voetbal

Deze week speelt het voetbalelftal van Nederland.

Ze doen mee om Europees kampioen te worden.

Maar dat willen zij niet alleen.

Er zijn nog veel meer landen die willen winnen.

Ze moeten dus heel goed spelen en vooral doelpunten maken.

Er was weer publiek op de tribune om te juichen en te zingen.

Ook wordt het volkslied gezongen.

Wilhelmus van Nassouwe.

Wij houden van oranje is ook een lied wat de supporters hebben gezongen.

Ze moeten twee keer pas laat in de avond spelen.

Alleen wanneer het weer zondag is beginnen ze om 6 uur.

Misschien mag je dan wel een keer meekijken en zingen.

De juf kan je vast wel een voetballiedje laten horen.

We hebben het op school over muziek, dus dat komt mooi uit.

voor

koor

door

meer

keer

deur

kleur

scheur

Ik zing voor jou.

Zing jij in een koor?

Ik drum en krijg een kleur. 

De trom is oud. 

Het vel heeft een scheur.