(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)

lucht woorden

Na de korte klank  komt de  -ch of de  -cht

 

lucht

zucht

bocht 

recht 

kucht

pracht 

vracht 

verdacht 

 

* behalve : hij ligt, hij legt, hij zegt

Bij de Jumbo

 

Ik ben bij de Jumbo.

Ik koop vlees,vis en groenten.

De kar is niet meer leeg.

Een pak koeken stop ik ook in de kar.

Ik moet ook iets voor de was uitzoeken.

Voor de witte was.

Een grote bus pak ik uit het rek.

Ik lees wat erop staat.

Dan loop ik weer door.

Ik kijk in het rond waar ik het brood kan vinden.

Een zak krentenbollen neem ik mee. Ik hoop dat ik niks vergeet.

Ik kom voorbij het snoep.

Dat ziet er lekker uit.

Een zak drop neem ik ook nog mee.

Bij de kassa betaal ik met mijn pinpas.

Ik loop met de kar naar buiten naar mijn Fiat.

Daar doe ik al mijn boodschappen in.

Blij rijd ik naar huis.

(Advertentie)

Heb je de ei- woorden al opgeschreven? 

categorie 1 weetwoorden

woorden die je schrijft met de ei 

 

ei

prei

trein 

plein 

een klein meisje

 

Ik kom met de trein.

Ik koop een prei.

En ik koop een ei. 

Ik eis dat u betaalt!

 

 

 

Categorie 8: langer maak woorden : geld
(Advertentie)

Ik koop:

 

fruit

een krop sla

een pak melk

een taart 

brokjes voor de hond

 

 

Ik betaal met geld

Ik betaal met de pinpas

 

nieuw

nieuws 

opnieuw

nieuwsgierig

geeuw

sneeuw

kieuw

leeuw

spreeuw

schreeuw

 

Themawoorden, stempelkaarten en nog veel meer

Hoera, een nieuw thema!

 

Wij gaan werken in het thema:

" de supermarkt "

Ben je wel eens in de supermarkt geweest?

Waarom was je in de supermarkt?

Wat zag je daar? 

 

Wat wil je leren over de supermarkt?

Welke vragen heb jij? 

Het is zes uur

 

lange woorden:

verjaardag, feestdag, vandaag, klokkijken, trakteer, stukjes

 

Het is nog vroeg.

Ik kijk op de klok het is zes uur.

Dat is te vroeg om op te staan.

Het duurt nog een uur voordat de wekker gaat.

Ik wil graag uit bed.

Dat komt omdat het een feestdag is.

Ik vier mijn verjaardag vandaag.

Ik word acht jaar.

Het uur duurt lang.

Ik pak een boek dan gaat de tijd vast snel.

Het boek gaat over Suus en Luuk.

Zij leren klokkijken.

Suus kan al goed zien dat de klok op zeven uur staat.

Luuk wijst de klok aan waar het half acht is.

En dan hoor ik opeens rrrrrrt de wekker loopt af.

Het is tijd om op te staan.

Ik vier feest! Hoera!

Ik trakteer op  iets wat zuur smaakt.

Het is een augurk met een plakje worst erom heen.

Ik heb ook stukjes kaas. 

Ik voel mij blij.

Naar de supermarkt

 

Ik pak mijn tas

en loop naar de Jumbo.

Ik kijk op mijn lijst:

een pak koek

een stuk kaas

en een pak ijs.

Een pot stroop staat er ook op.

Ik zoek fruit uit,

want dat is gezond.

Bloemkool en prei neem ik ook mee.

Mijn tas is zwaar.

Ik betaal bij de kassa.

En dan loop ik naar huis. 

In de rij

 

Moeilijke woorden:

sta, alleen, heer, peer, beurt, mevrouw, band, betalen, eten

 

Ik sta bij de kassa

ik ben niet alleen.

Er staat een rij.

Voor mij staat een heer,

hij koopt ook een peer.

Nu ben ik aan de beurt.

Dag mevrouw!

Ik pak alles uit de kar

en leg het op de band.

Nu moet ik betalen.

Het is best duur.

Ik betaal met de pin.

Het kost 10 euro.

Ik ben blij met het eten.

Nu ga ik naar huis. 

Het zout is op!

 

Wat een schrik.

Ik kijk in de kast. 

Maar het zout is op.

Ik wil zout op mijn ei.

Nu moet ik naar de Jumbo.

Is er nog iets wat ik moet kopen?

Fruit, vlees en koeken zijn ook op.

Dan haal ik dat ook.

Ik pak mijn tas en het geld.

En stap op de fiets naar de winkel.

Wat is het daar druk!

Ik doe mijn mondkapje op.

En pak snel mijn spullen.

Er staat een rij bij de kassa.

Met een volle tas fiets ik weer naar huis.

winkelen

ingang- uitgang 

looproute

stellingen

nodig hebben/ benodigdheden 

uitkiezen

kopen

klant

kassière

vakkenvuller

nieuw

boodschappen doen

portemonnee

het geld

goedkoop - duur

boodschappentas

het schap

de afdeling

boodschappenkar

de rij- rijen

de kassabon

betalen- afrekenen

bestellen

contant betalen

pinnen

zegeltjes

sparen

inpakken - uitpakken

streepjescode

houdbaarheid

houdbare producten

een product/ een artikel

 

Bekijk advertenties

Wat staat erop?

Welke woorden worden gebruikt?

Welke kleuren worden gebruikt? 

 

Maak een advertentie voor onze supermarkt 

(Advertentie)
(Advertentie)

Kerndoel 33

De kinderen leren meten en leren rekenen met eenheden en maten zoals, tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud en gewicht.

 

Oefenen met geld: Algemeen, Hoeveel geld, Betalen, Rekenen met geld.

Oefenen met geld: Algemeen, Geldnotatie, Betalen, Rekenen met geld.